Naar inhoud springen

mompelend

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 2 aug 2019 om 20:19 (fix Lint error Afsluitende tag ontbreekt; ipa)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • mom·pe·lend
vervoeging van: mompelen
verbogen vorm: mompelende

mompelend

  1. onvoltooid deelwoord van mompelen
stellend
onverbogen mompelend
verbogen mompelende
partitief mompelends

mompelend

  1. zacht, onduidelijk, binnensmonds pratend
    • "Robin kijkt op ons neer en zal moeten lachen, denkend aan die keer dat ik hem voor het eerst ontmoette en zo onder de indruk was dat ik me als een mompelende idioot gedroeg." [1] 
    • Het uiterlijk van deze fiets komt grotendeels overeen met de beschrijving van de fiets waar de mompelende man op reed. [2]