missiehuis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: missiehuis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mis·sie·huis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van missie zn en huis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | missiehuis | missiehuizen |
verkleinwoord | missiehuisje | missiehuisjes |
Zelfstandig naamwoord
het missiehuis o
- (religie) klooster waar missionarissen wonen totdat ze worden uitgezonden
- ▸ Het missiehuis biedt nu onderdak aan de missionarissen van over de gehele wereld, die een paar keer in hun leven het zogeheten moederhuis van hun congregatie bezoeken, maar ook aan liefhebbers van bezinning en therapie: wereldse vormen van contemplatie.[1]
- ▸ Volgens de weduwe is haar man het jarenlange misbruik in zijn jeugd door paters van een missiehuis in Brabant nooit te boven gekomen. Hij was jarenlang depressief en pleegde op 58-jarige leeftijd zelfmoord.[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord missiehuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Theodoor Maria Bank; Marita Theodora Catharina Mathijsen“Nederland in de negentiende eeuw” (2006), Bakker, ISBN 9035129504
- ↑ Weblink bron 09 nov. 2012in BINNENLAND“Weduwe eist 100.000 euro van RK kerk” (ROBERT OPHORST), De Telegraaf