miskleun
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mis·kleun
Werkwoord
vervoeging van |
---|
miskleunen |
miskleun
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van miskleunen
- ... dat ik miskleun.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | miskleun | miskleunen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
miskleun m
- een grove fout
- De miskleunen waren onder meer het gevolg van zijn opgravingsmethode. In Duitsland had hij aan het begin van zijn carrière geleerd om geen vlakken maar sleuven te graven. Deze methode met wat nu proefsleuven heten wordt nog steeds gebruikt, maar alleen om een eerste indruk te krijgen.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord miskleun staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "miskleun" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Theo Toebosch 11 mei 2018 Rijksmuseum van Oudheden: 200 jaar graven naar schatten in de grond
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be