misvatting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·vat·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord misvatting misvattingen
verkleinwoord misvattinkje misvattinkjes

Zelfstandig naamwoord

de misvattingv

  1. (verouderd) letterlijk: een verkeerde greep
  2. figuurlijk: een verkeerd begrip over iets hebben
    • Het is een misvatting van je te denken dat ik die rommel van je opruim, dat doe je maar lekker zelf. 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
  • op een misvatting berusten
  • hierover bestaan misvattingen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be