middenhandsbeen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mid·den·hands·been
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van middenhand zn en been zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | middenhandsbeen | middenhandsbenen middenhandsbeenderen |
verkleinwoord | middenhandsbeentje | middenhandsbeentjes |
Zelfstandig naamwoord
het middenhandsbeen o
- (anatomie) een van de botten die de botten van de pols verbindt met de botten van de vingers
Gangbaarheid
- Het woord middenhandsbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.