metrohalte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

metrohalte
Uitspraak
Woordafbreking
  • me·tro·hal·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord metrohalte metrohalten
metrohaltes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de metrohaltev / m

  1. station waar metrotreinen stoppen om passagiers te laten in- of uitstappen
     Bij metrohalte Barrikade stapte ik uit en bestudeerde op de roltrap omhoog de sombere gezichten van de afdalende Moskovieten, die de dikke sneeuwvlokken nog op hun jas droegen.[1]
     In de oostelijke volkswijk ligt naast metrohalte Portazgo het Campo de Fútbol de Vallecas, een lust voor het oog voor de ware stadionliefhebber.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact op Wikipedia, ISBN 9789045024875
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 april 2022 Weblink bron
    Minne Groenstege
    “Ook deze clubs in La Liga zijn het volgen zeker waard” (15-08-2018), Tubantia