mensjewiek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mensjewiek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- men·sje·wiek
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Russisch, in de betekenis van ‘aanhanger van Russische politieke partij’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1924 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mensjewiek | mensjewieken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de mensjewiek m
- (politiek) aanhanger van de gematigde Russische sociaaldemocratische partij, die zich in 1903 op een partijcongres afscheidde van de bolsjewieken
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord mensjewiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.