melkprijs

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • melk·prijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord melkprijs melkprijzen
verkleinwoord melkprijsje melkprijsjes

Zelfstandig naamwoord

de melkprijsm

  1. (economie) geld dat veehouders krijgen voor de geproduceerde melk
     De lage melkprijs heeft veel melkveehouders in financiële moeilijkheden gebracht. Volgens de Rabobank kan een derde van de 17.000 melkveehouders zijn rekeningen niet betalen.[2]
     Vanwege de afschaffing van het melkquotum hebben veel veehouders in de afgelopen jaren met hulp van de bank geïnvesteerd in nieuwe en grotere stallen, extra land gekocht en het aantal koeien uitgebreid. Maar door de lage melkprijs kunnen veel melkveehouders hun rekeningen niet meer betalen.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 14 december 2022 Weblink bron
    Rob Koster
    “Rabobank: een op drie melkveehouders zit in financiële problemen” (Zaterdag 2 april 2016, 18:45), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 14 december 2022 Weblink bron “'We hebben nog wel iets van buffers, maar het moet niet te lang meer duren'” (Zaterdag 2 april 2016, 21:46), NOS