meezwemmen

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mee·zwem·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

meezwemmen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meezwemmen
zwom mee
meegezwommen
klasse 3 volledig
  1. samen met een of meer mensen zwemmen
     Vrijdag werd bekendgemaakt dat mensen die een stukje met Van der Weijden wilden meezwemmen, dit niet meer mochten doen. De waterkwaliteit is zo slecht, dat de zogeheten Cityswims zijn afgelast.[1]
  2. samen met iets zwemmen
     Een van de meest legendarische wezens op aarde heeft zich weer eens laten zien: ‘Deep Blue', een van de grootste witte haaien die ooit is gezien. Een groep duikers bij Hawaï kon zelfs een dagje meezwemmen met de blijkbaar goedgeluimde, échte versie van Jaws.[2]


Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Maarten van der Weijden heeft moeite met iedere beweging” (20 aug. 2018), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Monsterhaai ‘Deep Blue’ duikt op, een groep duikers waagt het erop en zwemt mee” (17 jan. 2019), Tubantia