meesmokkelen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mee·smok·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mee bw en smokkelen ww
Werkwoord
meesmokkelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meesmokkelen |
smokkelde mee |
meegesmokkeld |
zwak -d | volledig |
- stiekem over een grens meenemen
- ▸ De later in Amerika gedrukte pocketversie, waarvan er 10.000 werden gedrukt, liet zich makkelijker meesmokkelen.[1]
- ▸ Daar houden de blunders nog niet op, zegt de man. "Diezelfde dag heb ik de beveiliging ook tot twee keer toe omzeild met een valse personeelsbadge én kon ik ongemerkt een mes meesmokkelen."[2]
- ▸ Op het vliegveld van Kuala Lumpur in Maleisië zijn meer dan 5000 schildpadden onderschept. De twee reizigers kwamen met een lijnvlucht uit China en wilden de 5000 schildpadden meesmokkelen, om ze vervolgens als huisdieren te verkopen in India.[3]
Gangbaarheid
- Het woord meesmokkelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396
- ↑ Weblink bron “'Neppassagier met 'bomgordel' langs beveiliging Brussels Airport'” (28-02-2019), NOS
- ↑ Weblink bron “Douane onderschept 5000 schildpadden op luchthaven Kuala Lumpur” (26-06-2019), NOS