meeondertekenaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mee·on·der·te·ke·naar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van meeondertekenen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meeondertekenaar | meeondertekenaars meeondertekenaren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de meeondertekenaar m
- persoon die meeondertekent
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'meeondertekenaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.