mediabedrijf

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  mediabedrijf    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• me·dia·be·drijf

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  media zn  en  bedrijf zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	mediabedrijf	mediabedrijven
verkleinwoord	mediabedrijfje	mediabedrijfjes

Zelfstandig naamwoord

het mediabedrijf o

1. organisatie die radio-, televisie- en internetprogramma's maakt

   ▸ "We hebben een foto van de achterkant. Dat is belangrijk, want een voorkant van een schilderij kun je overal vinden op het internet en die kun je namaken. Krantje ernaast en dan misschien verzekeringsgeld proberen te innen", zegt Brand in gesprek met een mediabedrijf dat voor Omroep Max een serie met hem maakt.

   ▸ Mediabedrijf Talpa, eigenaar van Veronica, wil niet reageren op de besluiten van de adverteerders, maar laat weten dat uitspraken in het programma voor rekening zijn van de mensen aan tafel. "Veronica is voor vrijheid van meningsuiting en tegen het opzettelijk kwetsen van medemensen of bevolkingsgroepen", herhaalde een woordvoerder een eerdere verklaring.

Hyponiemen

• multimediabedrijf, nieuwemediabedrijf

Gangbaarheid

• Het woord mediabedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.