massage

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  massage    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mas·sa·ge

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het masseren’ voor het eerst aangetroffen in 1827
• Naamwoord van handeling van masseren met het achtervoegsel -age

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	massage	massages
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de massage v

1. het masseren

Hyponiemen

• drukpuntmassage, gezichtsmassage, hartmassage, hydromassage, sportmassage, stoelmassage, vibratiemassage, voetmassage, watermassage

Afgeleide begrippen

• massageolie, massagesalon, massagestaaf, massagestoel, massagetafel

Vertalingen

    1.   

Engels: massage (en)

Gangbaarheid

• Het woord massage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "massage" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.