mantelzorg
Uiterlijk
- Geluid: mantelzorg (hulp, bestand)
- IPA: /mɑntəlzɔrɣ/
- man·tel·zorg
- samenstelling van mantel en zorg
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mantelzorg | - |
verkleinwoord | - | - |
- de zorg die niet beroepshalve aan zieken, gehandicapten en andere hulpbehoevenden verleend wordt
- De familie gaf de gehandicapte man wat mantelzorg.
- Het woord mantelzorg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mantelzorg" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %