manhieg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- man·hieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | manhieg | manhigiem |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) bestuurder van joodse gemeente
Gangbaarheid
- Het woord 'manhieg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.