magnieter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mag·nie·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mogen ww en niet bw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | magnieter | magnieters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de magnieter m
- iemand veel zaken verbiedt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord magnieter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.