macramé

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: macramee

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·cra·mé
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘knoopwerk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1910 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord macramé -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het macraméo

  1. een handwerktechniek om decoraties of weefsel te maken, door het met de hand knopen van draden
    • Met macramé kun je allerlei gebruiksvoorwerpen maken zoals sieraden en kettingen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen