maandverband
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- maand·ver·band
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van maand en verband [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maandverband | maandverbanden |
verkleinwoord | maandverbandje | maandverbandjes |
Zelfstandig naamwoord
het maandverband o
- hulpmiddel om de gevolgen van de maandelijkse menstruatie van vrouwen op hygiënische wijze op te vangen
- In hun boek staan voorbeelden van mensen die de dupe werden van fouten in algoritmes. Zoals een reiziger die bij de Amerikaanse douane onterecht als verdachte wordt gekenmerkt of een meisje van elf dat ongevraagd een proefzending maandverband krijgt opgestuurd omdat de gegevens van haar sportvereniging in een commerciële database waren beland. „Rimpelingen in het systeem” noemt Tokmetzis dat, die staan voor een ‘fundamenteler’ probleem. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord maandverband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maandverband" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Marc Hijink 12 september 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be