maandverband

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

maandverband
Uitspraak
Woordafbreking
  • maand·ver·band
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maandverband maandverbanden
verkleinwoord maandverbandje maandverbandjes

Zelfstandig naamwoord

maandverband o [1]

  1. hulpmiddel om de gevolgen van de maandelijkse menstruatie van vrouwen op hygiënische wijze op te vangen
    • In hun boek staan voorbeelden van mensen die de dupe werden van fouten in algoritmes. Zoals een reiziger die bij de Amerikaanse douane onterecht als verdachte wordt gekenmerkt of een meisje van elf dat ongevraagd een proefzending maandverband krijgt opgestuurd omdat de gegevens van haar sportvereniging in een commerciële database waren beland. „Rimpelingen in het systeem” noemt Tokmetzis dat, die staan voor een ‘fundamenteler’ probleem. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Marc Hijink 12 september 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be