maandagmorgengevoel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maan·dag·mor·gen·ge·voel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maandagmorgengevoel -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het maandagmorgengevoelo

  1. tegenzin om na het weekeind weer aan het werk te moeten gaan
     Op tijd naar bed gaan, is niet voor iedereen gesneden koek. We herkennen allemaal dat lome, vermoeide maandagmorgengevoel en worden allemaal wel eens wakker van onze telefoons.[1]
     Het is maandagochtend. De wekker gaat en je moet eruit. Maar je weekend zat vol gepland en je hebt eigenlijk te weinig geslapen. Alweer. Echt fit voel je je dus niet. Je slaat gauw een kop koffie achterover en zorgt er ondertussen voor dat de kinderen zich klaarmaken voor school. Een half uur later heb je hen afgezet en schiet je de snelweg op. File, bah. Het maandagmorgengevoel is voor veel mensen een herkenbaar fenomeen. Sommigen ervaren dit gevoel zelfs élke werkdag.[2]
      Als om te bewijzen dat een vrije dag, vooral op Zaterdag, er af kan, en dan temeer waar het geldt de viering van den geboortedag onzer geëerbiedigde Vorstin, was men op de beide dagen waarover dit overzicht loopt, in opgewekter stemming dan een Maandagmorgen-gevoel gewoonlijk meebrengt.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2022 Weblink bron
    Floor Gijsbertse
    “‘Slaap is niet sexy, maar wél de beste superfood’” (1 december 2015) op metronieuws.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2022 Weblink bron Gearchiveerde versie “Hoe voorkom ik het maandagmorgengevoel? : Heb jij moeite om na het weekend weer goed te starten?” (30 oktober 2015) op weightwatchers.com
  3. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2022 Weblink bron Bericht van 2 t/m. 3 Sept. 1907 in: De Indische Mercuur, jrg. 30 nr. 41 (8 oktober 1907), H.M. van Dorp, Amsterdam, p. 711 kol. 2