Naar inhoud springen

maakte weg

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 23 jan 2018 om 15:23
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • maak·te weg
vervoeging van
wegmaken

maakte weg

  1. enkelvoud verleden tijd van wegmaken
    • Ik maakte weg. 
    • Jij maakte weg. 
    • Hij, zij, het maakte weg.