lumbago
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lum·ba·go
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lumbago | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) spit, lendenpijn
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord lumbago staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "lumbago" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be