luister mee

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • luis·ter mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meeluisteren

luister mee

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeluisteren
    • Ik luister mee. 
  2. gebiedende wijs van meeluisteren
    • Luister mee! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeluisteren
    • Luister je mee? 


Gangbaarheid