luapulagraszanger
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- lua·pu·la·gras·zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Luapula en en graszanger zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | luapulagraszanger | luapulagraszangers |
verkleinwoord | luapulagraszangertje | luapulagraszangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de luapulagraszanger m
- (zangvogels) Cisticola luapula een vogel uit de familie Cisticolidae , een recent afgesplitste familie binnen de zangers van de Oude Wereld. Deze soort komt voor van Angola en Namibië tot Zimbabwe
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'luapulagraszanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.