losschieten
Uiterlijk
- Geluid: losschieten (hulp, bestand)
- IPA: ˈlɔsχitə(n)
- los·schie·ten
- samenstelling van los en schieten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
losschieten |
schoot los |
losgeschoten |
klasse 2 | volledig |
losschieten
- ergatief plotseling vrijkomen uit een vaste verbinding
- De kabel was onverwachts losgeschoten.
- carbidschieten
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord losschieten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 2 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal