lontara

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lon·ta·ra
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lontara lontara's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lontaram

  1. (taalkunde) benaming voor oude documenten in het Boeginees en Makassaars
     In de lontara’s (eigenlijk lontar’s, later geschiedboeken) vindt men de geschiedverhalen, vermengd met stukken uit vorsten-edicten en allerlei wetenswaardigheden.[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord lontara -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het lontarao

  1. (taalkunde) schrift dat traditioneel werd gebruikt om het Boeginees, Makassaars en enkele andere talen op of nabij Sulawesi (Celebes) weer te geven; een abugida die via het kawischrift teruggaat op het brahmischrift
    • Zij kon het lontara waarin het verhaal was geschreven, zonder moeite lezen. 
Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 april 2023 Weblink bron
    Sassen, Jan (ed.)
    “De Katholieke Encyclopaedie. Deel 17 : Makassaarsch” (1937), Joost van den Vondel, Amsterdam, p. 87 kol. 1