logé
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lo·gé
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gast die blijft slapen’ voor het eerst aangetroffen in 1844 [1]
- pseudo-Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | logé | logés |
verkleinwoord | logeetje | logeetjes |
Zelfstandig naamwoord
logé m
- een (mannelijke) gast die overnacht
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van logee
Gangbaarheid
- Het woord logé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "logé" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.