logeetje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lo·gé·tje

Zelfstandig naamwoord

het logeetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord logé


Woordafbreking
  • lo·gee·tje

Zelfstandig naamwoord

het logeetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord logee