litotes
Uiterlijk
- li·to·tes
- Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘retorische figuur waarbij men schijnbaar iets verkleint of ontkent’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1720 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | litotes | litotessen |
verkleinwoord | - | - |
- een stijlfiguur waarbij een begrip wordt omschreven door de ontkenning van het tegengestelde, met het doel juist een sterke bevestiging uit te drukken, bv. 'hij is er niet vies van' voor 'hij doet of lust het graag'
- Het woord litotes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "litotes" herkend door:
16 % | van de Nederlanders; |
25 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "litotes" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ litotes op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be