lipstick
Uiterlijk

- lip·stick
- Leenwoord uit het Engels, als synoniem voor ‘lippenstift’ voor het eerst aangetroffen na 1950. [1][2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | lipstick | lipsticks |
| verkleinwoord | - | - |
de lipstick m
- (cosmetica) een soort stift zn om de lippen te kleuren, over het algemeen alleen door vrouwen gebruikt
- Het woord lipstick staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lipstick" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "lipstick" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ lipstick op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: lipstick (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈlɪpˌstɪk/
- lip·stick
- samenstelling van lip zn en stick zn
| enkelvoud | meervoud |
|---|---|
| lipstick | lipsticks |
lipstick
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Cosmetica in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 8
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Samenstelling in het Engels
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Cosmetica in het Engels