limousine

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • li·mou·si·ne
Woordherkomst en -opbouw
Limousine
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gesloten luxeauto’ voor het eerst aangetroffen in 1910 [1]
  • Het woord limousine komt van oorsprong uit Frankrijk, de naam is afgeleid van de provincie Limousin. Deze naam was gegeven aan de Provincie door de Lemovices [1] (wat afgeleid was van hun naam), dit was een gallische stam die zich hadden gevestigd in dat gebied, ongeveer van 700 tot 400 voor Christus.
enkelvoud meervoud
naamwoord limousine limousines
verkleinwoord limousientje limousientjes

Zelfstandig naamwoord

de limousinev

  1. een verlengde luxueuze auto waarin meestal meer dan vier personen vervoerd kunnen worden
    • In een limousine wordt vaak een VIP of een persoon die bekend is vervoerd. 
     Hiermee was het tijd geworden voor het vertrek naar het bestuursdiner in restaurant Riche, of 'Nouveau Riche', zoals directeur Solveig grapte. De limousine was besteld.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen