likker

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  likker    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lik·ker

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van likken met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	likker	likkers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de likker m

1. iemand die of iets dat likt

Hyponiemen

braadpanlikker flessenlikker gatlikker hielenlikker

kontlikker maaslikker panlikker pannenlikker

pennenlikker pottenlikker pruimenlikker retenlikker schotellikker

spatlaplikker sterrenlikker strooplikker teljoorlikker voetlikker

Gangbaarheid

• Het woord likker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "likker" herkend door:

91 %	van de Nederlanders;
80 %	van de Vlamingen.