lijkbidder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lijkbidder (hulp, bestand)
- IPA: /ˈlɛɪkˌbɪdər/
Woordafbreking
- lijk·bid·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lijk zn en bidder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lijkbidder | lijkbidders |
verkleinwoord | lijkbiddertje | lijkbiddertjes |
Zelfstandig naamwoord
de lijkbidder m
- de aanzegger van een sterfgeval
- De lijkbidder kwam ons het sterfgeval gisteren mededelen.
Vertalingen
1. de aanzegger van een sterfgeval
Gangbaarheid
- Het woord lijkbidder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.