lieten los
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lieten los (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlitə(n) ˈlɔs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- lie·ten los
Woordherkomst en -opbouw
- uit lieten (werkwoord) en los (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
loslaten |
lieten (…) los
- meervoud verleden tijd van loslaten
- Wij lieten los.
- Jullie lieten los.
- Zij lieten los.
- Wij lieten los.
Gangbaarheid
- Het woord lieten los staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.