liep warm
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- liep warm
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
warmlopen |
liep warm
- enkelvoud verleden tijd van warmlopen
- Ik liep warm.
- Jij liep warm.
- Hij, zij, het liep warm.
- Ik liep warm.
Gangbaarheid
- Het woord liep warm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.