liep op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- liep op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oplopen |
liep op
- enkelvoud verleden tijd van oplopen
- Ik liep op.
- Jij liep op.
- Hij, zij, het liep op.
- Ik liep op.
Gangbaarheid
- Het woord liep op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.