lichtmeter

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

lichtmeter
Uitspraak
Woordafbreking
  • licht·me·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lichtmeter lichtmeters
verkleinwoord lichtmetertje lichtmetertjes

Zelfstandig naamwoord

lichtmeter m [1]

  1. apparaat dat de lichtsterkte meet
     'Hij legde het laatst verworven cadeau (een nog gevoeliger lichtmeter) bij de rest op de richel voor de open haard, en nam de hoorn van zijn moeder over.[2]
     In de buurt van de vereniging aan het Nachtegaalspad 8 zijn omstreeks 03.00 uur twee jongens gezien. Op een lichtmeter na, hebben de daders niets van waarde meegenomen.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023467014
  3. Bronlink geraadpleegd op 16 maart 2022 Weblink bron “Vernielingen bij inbraak in clubgebouw” (19-04-2010), Tubantia