leidt voor

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leidt voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorleiden

leidt (...) voor

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleiden
    • Jij leidt voor. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleiden
    • Hij leidt voor. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorleiden
    • Leidt voor! 

Gangbaarheid