legt plat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- legt plat
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
platleggen |
legt (...) plat
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van platleggen
- Jij legt plat.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van platleggen
- Hij legt plat.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van platleggen
- Legt plat!