Naar inhoud springen

legde neer

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 19 jan 2018 om 21:22
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • leg·de neer
vervoeging van
neerleggen

legde neer

  1. enkelvoud verleden tijd van neerleggen
    • Ik legde neer. 
    • Jij legde neer. 
    • Hij, zij, het legde neer.