leak
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Engels
Uitspraak
- IPA: /ˈliːk/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
leak | leaks |
Zelfstandig naamwoord
leak
- lek, lekkage
- uitgelekte informatie, lek
- «The State Department was not happy with this leak.»
- Het Ministerie van Buitenlandse Zaken was niet gelukkig met dit lek.
- «The State Department was not happy with this leak.»
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to leak |
he/she/it | leaks |
verleden tijd | leaked |
voltooid deelwoord |
leaked |
onvoltooid deelwoord |
leaking |
gebiedende wijs | leak |
Werkwoord
leak