lawaaimaker
Uiterlijk
- Geluid: lawaaimaker (hulp, bestand)
- la·waai·ma·ker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lawaaimaker | lawaaimakers |
verkleinwoord | lawaaimakertje | lawaaimakertjes |
de lawaaimaker m
- iemand (dier of mens) die lawaai maakt
- Kaapse lawaaimaker, Rands lawaaimaker, Rüppells lawaaimaker, blauwschouderlawaaimaker, choristerlawaaimaker, holenlawaaimaker, roodkoplawaaimaker, schubkaplawaaimaker, witbrauwlawaaimaker, witkeellawaaimaker, witkruinlawaaimaker
- Het woord lawaaimaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.