laaggeschoolde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- laag·ge·school·de
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | laaggeschoolde | laaggeschoolden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een persoon met weinig schoolopleiding
Bijvoeglijk naamwoord
laaggeschoolde
- verbogen vorm van de stellende trap van laaggeschoold
Gangbaarheid
- Het woord laaggeschoolde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.