laaggeschoold

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • laag·ge·schoold
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen laaggeschoold
verbogen laaggeschoolde
partitief laaggeschoolds

Bijvoeglijk naamwoord

laaggeschoold

  1. met weinig schoolse opleiding
     Het gaat vooral om laaggeschoold werk, zoals in een deel van de schoonmaaksector. Kosten van de maatregel: een half miljard euro. Volgens het CPB levert deze besparing minder dan 7000 banen op.[1]
     Dienstbier was aanvankelijk journalist. In 1968 werd hij wegens zijn steun aan de Praagse Lente uit de communistische partij gezet. Daarna moest hij jarenlang laaggeschoold werk doen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 januari 2023 Weblink bron “'Aanpak werkloosheid kabinet druppel op een gloeiende plaat'” (Woensdag 16 september 2015, 21:44), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 januari 2023 Weblink bron “Anticommunist Dienstbier (73) overleden” (Zaterdag 8 januari 2011, 19:19), NOS