kunstkritiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kunst·kri·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kunstkritiek kunstkritieken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kunstkritiekv

  1. de bespreking en beoordeling van kunstzinnige uitingen
     Of jawel, maar degenen die iets hadden gekocht voordat de Engelse kunstkritiek haar oordeel had geveld eisten dat ze die troep terug konden brengen.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535