kuchen

Niet te verwarren met: Kuchen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kuchen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ku·chen

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘hoesten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1301

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
kuchen	kuchte	gekucht
zwak -t	volledig

Werkwoord

kuchen

1. kort en zacht hoesten

Afgeleide begrippen

• kuchscherm

Vertalingen

    1. kort en zacht hoesten   

Duits: hüsteln (de) Engels: cough (en)

Frans: toussoter (fr) Russisch: кашлянуть (ru) (eens), покашливать (ru) (soms) Spaans: toser (es), carraspear (es)

Zelfstandig naamwoord

de kuchen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kuch

Gangbaarheid

• Het woord kuchen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kuchen" herkend door:

89 %	van de Nederlanders;
90 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.