kruis door

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kruis door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorkruisen

kruis (...) door

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorkruisen
    • Ik kruis door. 
  2. gebiedende wijs van doorkruisen
    • Kruis door! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorkruisen
    • Kruis je door? 

Gangbaarheid