kruipgat

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kruipgat    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈkrœypxɑt / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• kruip·gat

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kruip ww  en  gat zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kruipgat	kruipgaten
verkleinwoord	kruipgaatje	kruipgaatjes

Zelfstandig naamwoord

het kruipgat o

1. een opening (met een luik) in een vloer waardoor men onder de vloer kan komen

   • Door een 5 meter lange gang en een kruipgat kwam men in een 1.70 meter hoge kamer, waarin ook een keukentje, toilet en douche zijn. Er waren lachende tekenfilmfiguurtjes te zien, evenals zelfgemaakte sterretjes en een speelgoed olifant.  
   • De overvaller sloot het echtpaar op in de kelder. Pas twee uur later slaagden ze erin zich te bevrijden. De vrouw kon uiteindelijk langs een kruipgat uit de kelder klimmen en daarna haar man bevrijden.  

Gangbaarheid

• Het woord 'kruipgat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kruipgat" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.