kroniek
Uiterlijk
- kro·niek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kroniek | kronieken |
verkleinwoord | kroniekje | kroniekjes |
- een verhaal van of boek met chronologisch geordende gedenkwaardige en/of historische feiten
- (oneigenlijk:) rubriek of reeks van artikelen in krant of tijdschrift over een bepaald onderwerp b.v. een kunstkroniek, modekroniek, poëziekroniek etc.
- Akashakroniek, familiekroniek, hofkroniek, jaarkroniek, kloosterkroniek, kunstkroniek, levenskroniek, modekroniek, poëziekroniek, rijmkroniek, wereldkroniek
- Het woord kroniek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kroniek" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kroniek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kroniek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be