krokodilachtigen
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- kro·ko·dil·ach·ti·gen
- krokodilachtig bn met de uitgang -en
- krokodilachtige zn met de uitgang -n
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krokodilachtigen | |
verkleinwoord |
de krokodilachtigen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord krokodilachtige
- meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een orde Crocodilia van reptielen die sterk aan het water aangepast zijn en in tropische en subtropische gebieden leven. Alle soorten zijn waterbewoners die goed kunnen zwemmen, maar ook regelmatig het land betreden
- alligator, alligators, alligators en kaaimannen, Australische krokodil, breedsnuitkaaiman, breedvoorhoofdkrokodil, brilkaaiman, brilkaaimans, bultkrokodil, Cuviers gladvoorhoofdkaaiman, Chinese alligator, echte krokodillen, Filipijnse krokodil, gaviaal, gavialen, gladvoorhoofdkaaimans, kaaimannen, krokodillen, mississippialligator, moeraskrokodil, Nieuw-Guinese krokodil, nijlkrokodil, onechte gaviaal, onechte gavialen, orinocokrokodil, pantserkrokodil, ruitkrokodil, Schneiders gladvoorhoofdkaaiman, Siamese krokodil, spitssnuitkrokodil, yacarekaaiman, zeekrokodil, zwarte kaaiman
- Het woord 'krokodilachtigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 16
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Reptielen in het Nederlands
- Dieren in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal