krasselen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kras·se·len
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
krasselen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
krasselen |
krasselde |
gekrasseld |
zwak -d | volledig |
- technisch slecht schaatsenrijden
- slaven, zwoegen
- ▸ Op en neer ging het, steeds lagen er andere, weer nieuwe onbekenden voorop. De ene wiggelwaggelbeweging volgde de andere op. Het was krasselen op het grote mes, het was van tuttuttutut en zoef rakketakketak. Hoe het allemaal zou gaan aflopen bleef ongewis – zelfs de wichelroede van Jose de Cauwer weigerde te trillen.[3]
- sukkelen, klungelen
- ▸ Los Angeles Lakers heeft donderdag met 86-116 gewonnen op bezoek bij het krasselende Golden State Warriors in de NBA.[4]
Gangbaarheid
- Het woord krasselen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "krasselen" herkend door:
15 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ krasselen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron
Frank Heinen“Misschien is Peter Sagan helemaal geen wielrenner” (04/04/2016), HP de Tijd - ↑
Weblink bron
Maarten Delvaux“LA Lakers hebben LeBron James niet nodig om te winnen van Golden State Warriors” (28/02/2020), De Standaard - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be